NL
EN
windmolen platteland scholt energy

Doordat het kabinet demissionair is en er over twee maanden verkiezingen zijn, is de gepresenteerde begroting dit jaar terughoudend in beleid. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen werden de plannen van politieke partijen besproken. Zodra de Eerste en Tweede Kamer de begroting hebben aangenomen, is deze echter pas definitief.

Wijzigingen energiebelasting
Het kabinet streeft ernaar de huishoudelijke gasverbruiksgrens te verlagen, om zo een stimulans te bieden voor het verminderen van energiegebruik. Vanaf 1 januari 2024 wordt er een extra schijf (zone) toegevoegd aan de energiebelasting. De eerste schijf voor elektriciteit is van toepassing op een verbruik van 0 - 2.900 kWh, terwijl voor gas geldt: 0 – 1.000 m3. De tarieven voor de eerste en tweede schijf blijven echter ongewijzigd. De tweede schrijf voor elektriciteit geldt voor een verbruik van 2.900 – 10.000 kWh en voor gas een verbruik van 1.000 – 170.000 m3. De Belastingdienst wil dat er aanpassingen en wetswijzigingen komen, zodat het mogelijk is dat de tarieven voor de eerste en de tweede schijf van elkaar gaan verschillen.

Bovendien stijgt de energiebelasting op gas in 2024 en daalt die op elektriciteit. Het kabinet wil op die manier consumenten aanmoedigen om over te stappen naar bijvoorbeeld een warmtepomp.

Op deze pagina staan de huidige schijven/zones en tarieven voor energiebelasting.

Prijsplafond voor energie loopt af
Op 1 januari 2024 loopt het prijsplafond voor energie af. Dit jaar geldt voor elektriciteit nog een maximumprijs van € 0,40 per kWh tot een verbruik van 2.900 kWh. Voor gas is het maximum € 1,45 per m3 tot een verbruik van 1.200 m3. Vanaf 2024 worden huishoudens niet meer beschermd met het prijsplafond tegen stijgende energieprijzen.

Verlenging Noodfonds Energie voor consumenten met lagere inkomens
Het Noodfonds Energie, bedoeld voor huishoudens met lagere inkomens en hogere energiekosten, wordt verlengd. In eerste instantie reserveert het demissionaire kabinet hiervoor €40 miljoen. Vorige week maakten zeven energiebedrijven bekend hiervoor €20 miljoen te reserveren. Hierdoor komt de kostenverhouding uit op een derde voor de energiebedrijven en twee derde voor de overheid.

Accijnsverlaging benzine en diesel loopt mogelijk af
Op 1 januari 2024 loopt de accijnsverlaging op benzine en diesel af. Zonder politiek ingrijpen wordt één liter ongeveer € 0,21 duurder. Een meerderheid van de politieke partijen is het er niet mee eens, waardoor het nog onzeker is of de accijnsverhoging daadwerkelijk wordt doorgevoerd.

Verhoging belasting van personenauto's (bpm)
Het kabinet plant een verhoging van de bpm op personenauto's van ongeveer €200 vanaf 1 januari 2025. Dit is de belasting die betaald wordt bij aankoop van een nieuwe auto of bij import van een auto uit het buitenland. Het voornaamste doel is om de aanschaf van tweedehands elektrische auto's aantrekkelijker te maken en de aankoop van nieuwe en geïmporteerde auto’s duurder te maken. De opbrengst van deze maatregel wordt gebruikt voor een subsidieregeling voor tweedehands elektrische personenauto's. Het vaste deel van de bpm is momenteel €400 en loopt (afhankelijk van de inflatie) op tot ongeveer €600 vanaf 2025. Het variabele deel, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto, blijft onveranderd.

Lees hier de tarieven bpm op personenauto’s.

Uitbreiding Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)
Vanaf 2024 wordt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing aanzienlijk verruimd. Het kabinet vergroot het budget de komende jaren met €1,38 miljard. Sinds 2018 wordt het budget ieder jaar, met uitzondering van het jaar 2020, fors verhoogd. Deze subsidie ondersteunt verduurzamingsmaatregelen voor woningen en bedrijfspanden. Vanaf 2024 kunnen huiseigenaren en ondernemers deze subsidie benutten voor:

  • isolatiemaatregelen
  • (hybride) warmtepompen
  • zonneboilers
  • aansluitingen op een warmtenet
  • elektrische kookvoorziening

Verlenging energie-investeringsaftrek ondernemers
De energie-investeringsaftrek voor ondernemers wordt verlengd met een periode van 5 jaar tot 2028. Vanaf 1 januari 2024 bedraagt het aftrekpercentage 40%. Deze aftrek is van toepassing op investeringen in energiebesparende en duurzame bedrijfsmiddelen, met een maximum van € 136 miljoen. Deze verlenging zorgt ervoor dat het voor ondernemers fiscaal gunstig blijft om te investeren in energiebesparende maatregelen.

Klimaatdoel 2030: haalbare CO2-reductie en minimum CO2-prijs in de lift
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) lijkt Nederland op koers te liggen om tegen 2030 een CO2-reductie van 46% tot 57% te bereiken, wat overeenkomt met het wettelijk vastgestelde klimaatdoel van 55%. Het behalen van dit doel vereist echter een snelle en ambitieuze uitwerking en implementatie van klimaatplannen, evenals het scheppen van de juiste randvoorwaarden door de politiek. Daarnaast spelen ook externe factoren een rol, zoals weersomstandigheden, de import/export van stroom en de kolenprijs, waarop de overheid geen directe invloed heeft.

Daarnaast heeft het kabinet plannen om de minimum CO2-prijs vanaf 1 januari 2024 te verhogen naar €51,70 per ton CO2, met jaarlijkse verhogingen tot €71,10 per 1 januari 2030. Deze maatregel zorgt ervoor dat bedrijven een hoge prijs blijven betalen voor hun CO2-uitstoot, zelfs als de ETS-prijs daalt. Het doel is om bedrijven aan te moedigen te investeren in duurzamere productieprocessen om hun CO2-uitstoot te verminderen. Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door zowel de Tweede als Eerste Kamer.

Een jaar geleden voorspelde het Planbureau een CO2-reductie van 39% tot 50% in 2030. Daarom kwam het kabinet in april met extra maatregelen voor 22 megaton CO2-reductie in 2030.

Lees hier de tarieven minimum CO2-prijs (per ton CO2)

Voortdurende investering in duurzame elektriciteitsproductie
In 2035 moet de Nederlandse elektriciteitssector volledig CO2-neutraal zijn. Om deze doelstelling te verwezenlijken investeert het kabinet in duurzame elektriciteitsproductie. Een cruciaal onderdeel hiervan is de uitbreiding van windenergie op zee tot een totaal van ongeveer 21 GW rond 2030. Deze uitbreiding brengt kosten met zich mee voor andere sectoren, waarvoor het Klimaatfonds €1,69 miljard heeft gereserveerd. Daarnaast streeft het kabinet naar 3 GW aan zonne-energie op zee in 2030. Vanaf 2024 wordt hiervoor jaarlijks €6,4 miljoen beschikbaar gesteld tot 2030.

Onderzoek voor verbetering SDE++ regeling
De Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) verleent subsidie aan bedrijven die grootschalig hernieuwbare energie opwekken of de CO2-uitstoot verminderen. Voor het jaar 2024 is er een openstellingsbudget van € 8 miljard beschikbaar. Dit is even hoog als het budget voor 2023. Daarnaast worden er twee onderzoeken uitgevoerd om de regeling te verbeteren. Een onderzoek evalueert de SDE++ regeling van 2020 t/m 2022. Het andere onderzoek richt zich op toekomstige stimulering van zonne- en windenergie.

Uitbreiding maatwerkaanpak met bedrijven
Op dit moment zijn er maatwerkafspraken met twintig bedrijven, die behoren tot de grootste CO2-uitstoters (de vijf grote clusters). Het demissionaire kabinet heeft plannen om deze afspraken uit te breiden naar een groter aantal bedrijven. Cluster zes omvat een groep industriële bedrijven uit verschillende sectoren, verspreid over het land. De specifieke bedrijven waarop dit betrekking heeft, moeten nog nader worden gedefinieerd door het kabinet. Deze uitbreiding moet een extra CO2-besparing van 0,3 megaton opleveren. Daarnaast zijn er nog drie onuitgewerkte maatregelen uit het klimaatpakket die worden overgelaten aan een volgend kabinet: betalen naar gebruik (rekeningrijden), het doel om 1,2 megaton CO₂ te besparen via aanpassingen in de energiebelastingtarieven, en de afbouw van een deel van de fossiele subsidies.

Afbouw eerste fossiele subsidies in industrie en tuinbouw
Door het afschaffen van fossiele subsidies in de industrie en tuinbouw wil het kabinet het gebruik van fossiele brandstoffen beperken. Wanneer dit gebruik afneemt verbetert de luchtkwaliteit en wordt klimaatverandering tegengegaan. Vanaf 1 januari 2025 beëindigt  het kabinet de vrijstelling voor energiebelasting op elektriciteit en aardgas voor metallurgische en mineralogische processen. Dit levert naar verwachting vanaf 2025 jaarlijks minstens €160 miljoen op. Metallurgische processen betreffen de productie van metalen zoals zink en aluminium, evenals metalen producten zoals radiatoren en bestek. De mineralogische processen omvatten de productie van bouwmaterialen zoals tegels en bakstenen.

Daarnaast maakt dit wetsvoorstel ook een einde aan de vrijstellingen voor het gebruik van kolen in bepaalde industrieën, met Tata Steel als belangrijkste getroffen bedrijf. De afschaffing staat gepland voor 2028 en moet in datzelfde jaar naar verwachting €84 miljoen aan inkomsten genereren. Het verduurzamen van de staalindustrie vereist ingrijpende maatregelen en nieuwe productiemethoden worden pas in 2030 verwacht.

Vanaf 1 januari 2025 wil het kabinet het lage energiebelastingtarief voor de glastuinbouwsector stapsgewijs ophogen. Momenteel genieten de ongeveer 3000 glastuinbouwbedrijven nog van een korting op de energiebelasting voor aardgas. Het doel van het kabinet is om het tarief voor de tuinbouwsector in 2030 gelijk te trekken met het tarief van overige energieverbruikers. In 2025 stijgt het tarief in de eerste schijf tot 30% van het standaardtarief. Het tarief in de tweede schijf stijgt tot 50%. In 2029 loopt dit tarief op tot 86% in schijf 1, en 90% in schijf 2. De verwachten opbrengsten voor 2025 worden geschat op €37 miljoen. Daarnaast heeft het kabinet het voornemen om vanaf 1 januari 2025 geleidelijk de inputvrijstelling voor elektriciteitsopwekking te verminderen, waarbij het streven is om in 2030 een niveau van 0,18957 Nm3 aardgas per kWh elektriciteit te bereiken. Deze aanpassing geldt voor aardgas dat wordt gebruikt voor bruikbare warmte en eigen elektriciteitsgebruik. Aardgas dat nodig is voor de opwek van elektriciteit voor het openbare net valt hier niet onder. Ten slotte heeft het kabinet het plan om vanaf 1 januari 2025 voor elk glastuinbouwbedrijf een individuele CO2-heffing in te voeren. Deze heffing belast de CO2-uitstoot van elk afzonderlijk glastuinbouwbedrijf in plaats van de gemiddelde uitstoot in de sector (zoals in het huidige systeem).

Lees hier de tarieven energiebelasting tuinbouw.

Vragen over subsidies, regelingen of belastingen?

Neem dan contact op met onze specialisten. 

Geert-Jan van Enckevort Vrijstaand